Voor het paradijs staat een poortwachter. Tot de poortwachter komt een man van het land en vraagt toegang tot het paradijs. Maar de paradijswachter zegt, dat hij hem nu geen toegang verlenen kan. De man informeert dan of hij later zou mogen binnenkomen. “Het is mogelijk”, zegt de poortwachter, “Maar nu niet.” Omdat de poort tot het paradijs openstaat als altijd en de poortwachter opzij treedt, bukt de man zich, om door de poort naar binnen te kijken. Wanneer de poortwachter dat merkt lacht hij en zegt: “Als het je zo lokt, probeer het dan om ondanks mijn verbod binnen te gaan. Weet echter wel: ik ben machtig. En ik ben slechts de onderste poortwachter. Van zaal tot zaal staan echter poortwachters, de ene nog machtiger dan de andere. Reeds de aanblik van de derde kan zelfs ik niet meer verdragen”.
Zulke moeilijkheden heeft de man van het land niet verwacht; het paradijs moet toch voor ieder en altijd toegankelijk zijn, denkt hij … maar … hij besluit toch maar te wachten, tot hij toestemming krijgt om binnen te gaan.
De poortwachter geeft hem een bankje en laat hem opzij van de poort zich neerzetten. Daar zit hij dagen en jaren, De man, die voor zijn reis veel uitrusting heeft meegenomen, gebruikt alles, ook het meest waardevolle, om de poortwachter om te kopen. Deze neemt weliswaar alles aan, docht voegt er aan toe: “Ik neem het alleen maar aan, opdat je niet menen zult, iets vezuimd te hebben.” De man vervloekt de enige hindernis voor de toegang tot het paradijs, in de eerste jaren zonder pardon en luid, later als hij oud wordt, bromt hij alleen nog maar wat voor zich uit.
Ten slotte worden zijn ogen zwak, en hij weet niet, of het nu werkelijk duisterder wordt om hem heen, of dat zijn ogen hem alleen bedriegen. Wel herkent hij nu in de duisternis een glans, die ondoofbaar uit de poort van het paradijs breekt. Nu heeft hij niet lang meer te leven.
Vóór zijn dood verzamelen zich in zijn hoofd alle ervaringen van de hele tijd in één vraag, die hij tot nu toe aan de poortwachter niet gesteld heeft.
Hij wenkt hem, daar hij zijn verstijvend lichaam niet meer oprichten kan. De poortwachter moet diep naar hem vooroverbuigen, want hij steekt nu een heel stuk boven hem uit. “Wat wil je dan nu nog weten?”, vraagt de poortwachter, “je bent onverzadigbaar”. “Iedereen verlangt toch naar het paradijs”, zegt de man, “hoe komt het dan, dat in vele jaren niemand buiten mij om toegang gevraagd heeft?”
De poortwachter ziet in, dat de man nu reeds aan zijn einde is, en, om zijn verzwakkend gehoor nog te bereiken, brult hij hem toe: “Hier kon niemand anders ingang verkrijgen, want deze ingang is slechts voor jou bestemd. Ik ga nu en sluit hem af.”…
(Overgetypt uit het tijdschrift Prana, nr. 30, winter 1982/83.)
11 december 2009 om 1:56 pm |
zeer interessant, bedankt
13 februari 2011 om 3:34 am |
Leuke site!. Er zijn nog weinig goede sites over dit onderwerp te vinden.
Ben blij met jullie toevoeging!
Ik kan helaas geen bookmark aanmaken naar guus.wordpress.com in Firefox. 😦 Weten jullie hoe dit komt?
Groetjes Barbara
13 februari 2011 om 11:27 am |
die vraag spelen we door naar de deskundige. persoonlijk heb ik geen flauw vermoeden.
24 februari 2013 om 8:11 pm |
De Poortwachter staat voor de samenleving in zijn algemeenheid die de (hemelse) belangen van het individu, in deze de man van het land, negeert en min of meer te niet doet, zoals zij dat ook naar zichzelf en haar eigen ‘broed’ doet, op weg naar dat ‘andere’ 😉
25 februari 2013 om 1:45 am |
dank voor het delen van je mening. ik geloof dat ik d’r zelf breder tegenaan kijk. De poortwachter is gewoon àlles. Alles dat je ervaart als weerstand. Belangrijk voor mij is vooral dat: dit leven is er heel speciaal en helemaal alleen voor mij. En het is bedoeld om Verlichting te bereiken. Gods-bewustzijn te realiseren. Voltooid te raken. Maar meestal komen we daar pas achter – als het te laat is.
nou ja – niet getreurd. Gaan we in een volgend leven weer verder. Maar – het kàn. Het kan in dit leven. Het kan -min of meer- Nu. Even dat weten (weten) te verlevendigen, dat is voor mij de kracht van dit verhaal.
25 februari 2013 om 8:39 pm
Uit uw reaktie blijkt dat u wel degelijk meer heeft dan geen flauw vermoeden. De oprichting (wende) vanuit het stof terug naar Licht gaat met de nodige hevels en weerstand(en) gepaard die (poort voor poort) overwonnen moet worden. vgl. Macht die Tore weit und hoch > zie; http://www.nieuweopenbaring.nl/index.php
26 februari 2013 om 2:24 am |
… want voor ieder wezen is een deur opengelaten om op de uitgestippelde wegen de zaligheid te bereiken. Wil het -dan is dat goed voor het wezen, wil het echter niet -ook goed! Want niemand anders heeft daaraan schuld dan alleen het wezen zelf. Het behoudt eeuwig zijn zelfstandigheid. Zalig of niet,
http://www.nieuweopenbaring.nl/index.php?module=Boeken&func=browse&action=blader&boeknr=2&hoofdstuknr=227
26 februari 2013 om 11:07 am |
u en ik zijn het op veel punten eens. leuke facebook pagina hebt u ook. Met “likes” bij tattoos en mooie borsten. Hooguit ligt mijn accent anders: ik ga heel erg voor het “hier en nu” : een kwestie van poort na poort na poort, tot in de oneindigheid van het nul-punt.
9 april 2015 om 8:15 am |
Och Och, Kafka bedoelde het heel anders. In ieder geval niet religieus. Hij wou onderdeel van de Maatschappij uitmaken. Maar zoals elke parabel (ook uit de bijbel) haalt ieder er uit, wat hem uitkomt. Voor mij heeft het heel veel betekent. Dit verhaal heeft mijn leven veranderd. Ik twijfelde om uit loondienst te gaan en freelancer te worden 18 jaar geleden. Dit verhaal heeft me over de streep getrokken. Ik las erin, dat iedereen een poortwachter heeft, die hem tegenhoudt op ‘avontuur’ te gaan. Dat je je eigen poortwachter soms aan de kant moet schuiven en gewoon de eerste problemen moet oplossen. Dat er dan weer nieuwe problemen opduiken is zeker, maar intussen ben je gegroeid en kan je ook deze onder ogen zien en oplossen.