Bob zat ook in B-Lite, jl zaterdag.
Ben benieuwd op ik van de vele foto’s die d’r gemaakt zijn zelf ook nog wat te zien krijg.
Mag lije van wel. Maar meestal valt dat tegen. Ditmaal toch menigmaal. Menigmaal. Losse foto’s enerzijds, lieve jongeren die met jou op de foto willen anderzijds. En dan zeg je van “stuur je ‘m dan mij ook toe?” En dat zullen ze doen. Maar mooi niet. Ditmaal werden er zelfs geen e-mail adressen uitgewisseld ofzo. Dat zou in de flow van de avond veel te technisch en babbelend geworden zijn. Maar als ze weten dat ik guus ben, moeten ze me hier toch kunnen vinden. of via bovengenoemde bob op de facebook. en je kan e-mailen. Bijvoorbeeld, ik maak het je makkelijk, naar info@guus.org. Toch?
Watskebeurt?
De mensen waren best wel wild enthousiast van wat er allemaal gebeurde.
Gaan we later verder. Of in m’n Hyves Housekamer. Nu eerst een groet naar het aardige meiske.
Of bijna een verontschuldiging. Want vorige keer (chocolate club) maakte ze zich los uit een groep ‘jongeren’ die bezig was om naar de uitgang te gaan, en kwam naar mij toe met een “ik wil u even bedanken, voor alles dat u vanavond gedaan hebt.” Ze had drie wit/zilveren streepjes op heur voorhoofd, alzo: \l/ . En binnen de kleine ruimte die door onze hoofden gevormd werd, ontstond tussen onze ogen voor een tijdje een goed en diep en open en eerlijk en verbonden contact.
En ik gaf haar een Raam. -munt. Die bij mij in Het Restaurant 10 euro waard is.
Ditmaal, achteraf en ik zat al in de auto, kwam er andermaal een lief en mooi enz. meisje naar me toe. Ze had een body-paint bloem aan de zijkant van haar voorhoofd. In de loop van de avond hadden we elkaar van tijd tot tijd wel wat ontmoet. Een vriend van d’r had mij toegelicht: “ze zegt dat ze naar jou voelt als dat je haar vader kan zijn.” En dat vind ik wel weer mooi gezegd. Niet dat ik me nou zóveel ouder vóél maar dat gevoel van verbonden zijn, dat gevoel van dat je je eigen bloedlijnen of dna ziet als je die ander ziet, Ja, vandaaruit vond ik het beslist niet vreemd gezegd. En als ik naar haar kijk als wàs zij mijn dochter – dan zou ik met tevredenheid mijn leven bezien.
Meisje staat naast m’n portier, eigenlijk wat ongelukkig t.o.v. een enkele voorbijkomende auto, we praten een enkel woord en dat maakt dat ik zeg, “ik ga je wat geven … ” en haal andermaal een kleine Raam tevoorschijn. Zegt ze “die hebt u me vorige week al gegeven.”
Nee. Ik wist niet, dat het hetzelfde meisje was.
Maar nu weet ik wel haar naam.
En of het gek is dat ik haar niet herkende? Om diverse redenen nìet.
Deze avond had ‘k zelfs al moeite om haar en haar zusje van elkaar te onderscheiden. Haar zusje? Zal wel d’r vriendin geweest zijn.
Wat niet wegneemt –
Dat ze allemaal familie zijn. Familie van elkaar, en familie van mij.
En van hier ging ik verder in de housekamer-hyve: